Tadorna ferruginea
N: Rode casarca E: Ruddy Shelduck F: Tadorne casarca ou Casarca roux D: Rostgans
Tijdens de broedperiode hebben de mannetjes een duidelijk waarneembare zwartachtige halskraag die meestal verdwijnt buiten het broedseizoen. Vrouwtjes hebben vaak een witachtige vlek op de kop.
Broeden in Zuid-Spanje en van Zuidoost-Europa over het Nabije Oosten, de Kaspische Zee zo door Azië tot Transbaikal (= een bergachtige regio in Oost-Siberië), verder zuidelijk tot het Himalayagebergte en Zuidwest-China. Overwinteren in het zuiden van de helft van het broedgebied tot aan de Nijlvallei, India en Zuid-China, en af en toe in Groot-Brittannië.